De pendelaar spreekt van tevoren met zichzelf af welke beweging van de pendel (van voor naar achter of van links naar rechts, draaiend met de klok mee of tegen de klok in) welke betekenis heeft, en wacht vervolgens rustig af 'wat de pendel gaat doen'.
De bewegingen van de pendel worden veroorzaakt door onbewuste spierbewegingen, net zoals dat het geval is bij *wichelroedelopen en (veelal collectief) bij het *ouijabord, zoals al door W.B. *Carpenter en M.E. *Chevreul in de 19de eeuw is ontdekt. Experimenten waaruit zou moeten blijken dat een pendelaar over paranormale vermogens beschikt, lopen steevast op een mislukking uit. Pendelaars zijn bijvoorbeeld niet in staat om te zeggen in welke doos (van een rij gesloten dozen) zich een bepaald voorwerp bevindt.
Literatuur
Nanninga, R.H., 'Pendelaars van slag', Skepter 1992, vol. 5 (4), p. 1-2.
Uit: Tussen Waarheid en Waanzin: een encyclopedie der pseudo-wetenschappen, door Marcel Hulspas en Jan Willem Nienhuys (vierde herziene druk, De Geus, 2002).
Naschrift februari 2009
De pendel wordt ook gebruikt om medicijnen te testen of om 'Bovis'-waarden te bepalen:
Homeopatisch pendelen, door Rob Nanninga (2002)
Omgepoolde aardstralen : Het milieubewustzijn van VROM, door Ron Nanninga (1998)
Vibraties uit het vrije veld: De magische technologie van ir. Hans Andeweg, door Rob Nanninga (2002)
en diverse andere artikelen op de site van Skepsis.