'Enge griezels, die kwakzalvers'

<i>De logeerkamer</i> door Helen Garner
De Australische schrijfster Helen Garner (1942) is hier nauwelijks bekend. Mogelijk brengt haar laatste boek, De logeerkamer, daar verandering in. Een kleinood over vriendschap, ziekte en dood dat tevens een aanklacht is tegen kwakzalverij.
Door: Jan Willem Nienhuys | Geplaatst: 11 sept 2008 | Laatste Wijziging: 14 feb 2016

Zo begint een recensie door Nico de Boer. Voor de rest moet u even naar Het Parool van 10 september of anders voor een iets kortere versie naar het Brabants Dagblad van 20 augustus. Daarin wordt iets meer verteld over de inhoud van deze korte roman. Helen Garner beschrijft iets wat ze min of meer zelf heeft meemaakt, maar dan met haar vriendin Jenya Osborne in plaats van 'Nicola' (De Boer schrijft Nicole). Na het lezen van de recensie ben ik meteen naar de boekwinkel gegaan om het boek te kopen. De Helen in de roman brengt iets van de woede onder woorden die mensen voelen als ze met kankerkwakzalverij en het blinde geloof daarin ('die pijn komt door de gifstoffen die uit mijn lijf verdwijnen') worden geconfronteerd.

Wie denkt dat infusen met vitamine C maar een bedenksel van de schrijfster is, moet maar eens googelen op "vitamine C" + kanker + infuus. Men vindt dan snel een viertal Nederlandse orthomoleculair geïnspireerde natuurartsen die zoiets aanbevelen, hoewel die niet durven te zeggen wat de romandokter 'professor Theodore' (een beunhazende dierenarts) beweert, namelijk dat vitamine C kanker snel zou genezen. Die Nederlanders houden het op een steuntje in de rug bij reguliere behandeling of zeggen er niets zwart op wit over, maar twee van hen schrijven wel 'bij ziekten als kanker doseren we tot zelfs in infusen zo'n 50 - 60 gram vitamine C'. Overigens doet Theodore ook nog aan ozonsauna met elektroden, cupping en abrikozenpitten. Hij ondersteunt zijn behandeling met een verwijzing naar een zekere Webster, waarmee waarschijnlijk R. Webster Kehr bedoeld is. Die bestaat echt, en die citeert weer de orthomoleculaire psychiater Abram Hoffer, die in een groot onderzoek spectaculaire resultaten bereikt zou hebben met megadoses orale vitamine C. Merkwaardig genoeg is daar niets in Pubmed over te vinden en ook niets in het geciteerde wikipedia-artikel.

In 2006 hebben enkele auteurs drie gevallen gevonden van 'unexpected long survival times' van kankerpatiënten na infusen met vitamine C. Inderdaad lijk je met infusen veel meer vitamine C te kunnen toedienen dan via de mond, en het oudere onderzoek naar de effecten van orale vitamine C (dat geen enkel effect op kanker heeft) is dus niet van toepassing. Maar drie anekdotische gevallen is niet veel. Er moeten jaarlijks in de VS alleen al ruim 5000 kankerpatiënten zijn die 'onverwacht lang' blijven leven, bijvoorbeeld zo lang als een oncoloog maar eens per 100 gevallen meemaakt. Dat in de loop der jaren drie daarvan infusen met vitamine C geprobeerd hebben, is niet zo vreemd, maar bewijst verder niets.

Naschrift

De recensie van Nico de Boer in het BD (de link van Het Parool is na twee jaar vervallen):

In haar eigen land kent de Australische schrijfster Helen Garner (1942) bewonderaars en tegenstanders.

Hier is ze niet of nauwelijks bekend. Mogelijk brengt haar jongste boek De logeerkamer daar verandering in. Een kleinood over vriendschap, ziekte en dood dat tegelijkertijd een aanklacht is tegen kwakzalverij. De terminale patiënte Nicole heeft bot- en leverkanker in een vergevorderd stadium en vliegt, na te zijn geopereerd en een chemokuur te hebben ondergaan, van Sydney naar Melbourne voor een alternatieve behandeling. Ze logeert bij haar vriendin Helen, die niets moet hebben van alternatieve geneeswijzen. Tegenover haar scepsis staat Nicole met haar onvoorwaardelijke geloof in een alternatieve kuur, in haar geval het intraveneus toedienen van hoge doses vitamine C, waarna ze zich heel beroerd voelt. Helen probeert haar vriendin tevergeefs te overtuigen van de heilloze weg die ze volgt: "Dat leeghoofd van een assistente Colette, die domme dikzak van een dokter… En dan de beroemde specialist. Enge griezels zijn het. Waarom geven ze je niks tegen de pijn? Het is of ze jouw ellende niet eens zíen!" Nicole klampt zich er toch aan vast: "Als ik er niet in blijf geloven, is het enige alternatief dat ik ga liggen en zeg: oké, ik geef het op. Ik ga dood. Kanker, kom me maar halen." De ongeneeslijk zieke wordt in De logeerkamer niet als een zielig, meelijwekkend geval beschreven, maar als een volwaardig mens die aan het leven hecht en er alles voor over heeft om de ziekte te bezweren.


 

Nieuwsbrief

De Digitale Nieuwsbrief van de VtdK houdt u regelmatig op de hoogte van nieuwe artikelen op deze site. 

Lees ook