Verenigingsbrief: “Eerste Kamer, legaliseer alternatieve zorg niet via de Klachtwet”

De Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) heeft leden van de Eerste Kamer gevraagd eind september tegen de Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ, ook wel klachtwet genoemd) te stemmen, omdat deze wet “alternatieve zorg” bestaansrecht geeft, ook al is bewezen dat deze zorg niet werkt.
Door: Broer Scholtens, C.A. Vietsch en C.N.M. Renckens | Geplaatst: 20 sept 2015

De wet, die volgens de minister de positie van patiënten en cliënten zal verbeteren, regelt onder meer klachten- en geschilprocedures. Een wetsvoorstel is op 4 juli 2013 aangenomen door de Tweede Kamer en ligt nu ter behandeling voor in de Eerste Kamer. Daar zijn inmiddels drie vragenrondes geweest. De plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer is gepland voor 29 september

Het bezwaar van de Vereniging tegen de Kwakzalverij is dat de wet "alternatieve zorg" formeel erkent, met als enige restrictie dat "alternatieve zorg" mensen niet zieker mag maken”, verduidelijkt het bestuur van de VtdK in zijn brief aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor de Volksgezondheid van de Eerste Kamer. Het bestuur verwijst daarbij naar de gekozen formulering in artikel 2, lid 3 van het wetsvoorstel. Daarin staat: “In afwijking van het eerste lid verleent een alternatieve-zorgaanbieder slechts zorg die buiten noodzaak niet leidt tot schade of een aanmerkelijke kans op schade voor de gezondheid van de cliënt, waarbij de rechten van de cliënt zorgvuldig in acht worden genomen en de cliënt ook overigens met respect wordt behandeld.

Het probleem hiermee is bovendien dat de inspectie, die de wet moet bewaken, nu te maken krijgt met omgekeerde bewijslast. “De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) krijgt hiervoor geen extra mensen”, aldus het VtdK-bestuur.

Het ministerie van Volksgezondheid (VWS) moet volgens artikel 12 van de WKKGZ een openbaar register maken met alle zorgaanbieders. Daarin kunnen ook "alternatieve zorgverleners" worden opgenomen. Volgens de Memorie van Antwoord van  14 juli 2014 betreft dit ongeveer 40 duizend alternatieve zorgverleners. Het aantal BIG-geregistreerde artsen is het twee maal zo groot; ongeveer twee derde van hen werkt nog. De inspectie houdt formeel toezicht op iedereen die in dit register staat.

“Een alternatieve zorgverlener kan in de toekomst niet alleen zeggen dat hij erkend is door de meeste zorgverzekeraars, maar ook dat hij erkend wordt door het ministerie van VWS en onder toezicht staat van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)”, waarschuwt het VtdK-bestuur de Eerste Kamerleden. ”Een volkomen ongewenste en ongezonde situatie,die ook zal leiden tot aanzienlijke hogere reguliere zorgkosten”, aldus het bestuur in zijn brief.

Het bestuur wijst nog op een andere omissie: “Een klagende patiënt dient zich volgens het wetsontwerp eerst tot de hulpverlener te richten en, als er geen consensus wordt bereikt, tot een klachtencommissie, waarbij de desbetreffende hulpverlener (verplicht) moet zijn aangesloten. Zo’n klachtbeoordeling is een wassen neus, omdat er in de alternatieve geneeskunde geen algemeen aanvaarde normen, richtlijnen of standaarden bestaan aan de hand waaraan de klachtencommissie de klacht moet beoordelen. Hoe bijvoorbeeld zal een commissie oordelen over de iriscopist die een tumor heeft ‘gemist’? Gezien al deze bezwaren verzoek ik u tegen deze wet te stemmen”, eindigt het bestuur zijn brief.

Voor de behandeling in 2013 heeft de voorzitter van de VtdK de Tweede Kamerleden gewezen op het de consequenties van deze wet voor alternatieve behandelaars. De SP heeft via een amendement geprobeerd heeft de door de VtdK gewenste scheiding tussen alternatieve en reguliere behandelaars in de wet te regelen (PDF). 

De tekst van deze motie bevatte voorts exact dezelfde bezwaren tegen de geschillenprocedure als die welke de VtdK in haar brief onder de aandacht bracht. Het amendement haalde het in 2013 niet. De SP heeft in de Tweede Kamer als enige tegen de wet gestemd, vanwege de inclusie van kwakzalvers.

De VtdK is niet de enige organisatie die onoverkomelijke bezwaren tegen de WKKGZ koestert: de Raad van State bracht een negatief advies uit over deze wet. Ook de Inspectie voor de Volksgezondheid ondersteunt de wet niet. Zij – een directoraat van het ministerie van VWS – schrijft dat nu de patiëntenrechten in Nederland juridisch goed zijn gewaarborgd. In het algemeen hebben patiënten voldoende formele mogelijkheden om hun rechten te realiseren. De inspectie vindt het wel noodzakelijk dat instellingen en beroepsbeoefenaren de praktische toepassing van de patiëntenwetgeving verbeteren. Zij vindt  een aanpassing en daarmee  deze wet overbodig.  Ook bestaat er twijfel aan de mededelingen van de minister VWS dat de administratieve belasting die de WKKGZ met zich meebrengt gering is. Het Actal, het Adviescollege toetsing regeldruk, is van mening dat deze wet een aanzienlijke extra administratieve belasting voor de zorgaanbieders tot gevolg zal hebben.

De Eerste Kamer constateerde veel onduidelijkheiden heeft 3 schriftelijke vragenrondes gehouden: een unicum. Eén opvallend antwoord: het aantal alternatieve zorgaanbieders dat in het register en onder het toezicht van de Inspectie moet komen, is volgens de minister 40.000.Vervolgens zijn er verkiezingen gehouden en zijn er nieuwe Eerste Kamerleden geïnstalleerd. Normaal worden zij ingewerkt door middel van een samenvatting. Het wetsvoorstel is echter zo ingewikkeld dat er geen samenvatting van kon worden gemaakt. Intussen moeten eenvoudige patiënten het wel begrijpen.

Inmiddels zijn de tegenlobby’s niet meer op de vingers van een hand te tellen. De KNMG, de BOZ (ActiZ, GGZ Nederland, NFU, NVZ en VGN), de Eerste Lijn (de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Pharmacie (KNMP), Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT), Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT), Nederlandse Vereniging voor Mondhygiënisten (NVM), Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM), het Koninklijke Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), de Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & Psychotherapeuten (LVVP) hebben alle brieven gestuurd met bezwaren (deze staan op site EK). Zelfs de arts-acupuncturisten lobbyen tegen dit register, omdat het register ook acupuncturisten toelaat die geen vijfjarige opleiding gehad hebben en dus zomaar in mensen prikken! Slechts de NPCF – meerdere malen genomineerd als kandidaat voor de Meester Kackadoris-prijs- is nog steeds voorstander.

 

Naschrift 7 oktober 2015
De Eerste Kamer heeft op 6 oktober met een ruime meerderheid van stemmen de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ) aangenomen. De SGP, de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP, D66 en de PVV en CDA Eerste Kamerlid Ria Oomen stemden voor het wetsvoorstel. De overige aanwezige leden van de fractie van het CDA stemden tegen. De Wkkgz werd in 2013 aangenomen in de Tweede Kamer.

Lees ook