Europa serveert glucosamine af

De Europese controleur van gezondheidsclaim EFSA (European Food Safety Authority) vindt dat het niet wetenschappelijk bewezen is dat het voedingssupplement glucosamine ‘bijdraagt aan het onderhoud van normaal kraakbeen’.
Door: Thomas Dorlo en Cees Renckens | Geplaatst: 6 jun 2012 | Laatste Wijziging: 16 feb 2016
De EFSA heeft het verzoek van fabrikant Merck Consumer Healthcare, die deze claim vermoedelijk wilde gebruiken in advertenties en op verpakkingen van bijvoorbeeld haar glucosamine-productlijn Bio-Rhumal, afgewezen.

De Duitse fabrikant had 61 wetenschappelijke publicaties overlegd ter onderbouwing van zijn gezondheidsclaim. Hieronder zaten onder meer twaalf humane interventiestudies. De EFSA-commissie, die alle artikelen heeft gewogen, was niet onder de indruk. In de onderzoeken die Merck heeft overhandigd zitten geen studies die van toepassing zijn op mensen zonder verschijnselen van artrose, concludeert de commissie. Een algemene claim, zoals Merck wilde hanteren, acht de commissie dan ook helemaal niet onderbouwd.

De EFSA-commissie heeft in voorgaande jaren veelvuldig claims over glucosamine (zowel met als zonder chondroïtine) afgewezen en ongegrond verklaard. Zo is er, volgens de commissie, onder meer geen bewijs voor het voorkomen van afbraak van kraakbeen en voor het verkleinen van de kans op het ontwikkelen van artrose (EFSA, 2009), noch voor het onderhoud van gewrichten (EFSA, 2009 en 2011).

De Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) heeft er herhaaldelijk op gewezen dat glucosamine niet werkt en ook niet kan werken. Dit is niet alleen bij het onderhoud van gezonde gewrichten aangetoond maar ook bij patiënten met artrose. Dat blijkt ondermeer uit verschillende grote meta-analyses, waarvan de laatste eind 2010 is gepubliceerd in het gerenommeerde tijdschrift BMJ. Het is daarom onbegrijpelijk dat het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) vorig jaar heeft besloten de registratie van glucosamine-middelen te verlengen, terwijl datzelfde CBG bij zijn beoordeling ronduit heeft toegegeven dat er geen wetenschappelijk bewijs is voor werkzaamheid. Nog raadselachtiger is dat de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) in haar richtlijn (uit 2007) voor de behandeling van heup- en knieartrose aanraadt dat glucosamine 'voor een proefperiode van 3 maanden geprobeerd kan worden om de pijn te verlichten'. Hiervoor ontbreekt elke grond. Glucosamine is even werkzaam als een placebo voor de verlichting van symptomen, zo toonden onderzoekers van het Erasmus MC en LUMC in 2008 in patiënten aan. Het is hoog tijd dat de NOV - wier voorzitter professor Jan Verhaar nota bene medeauteur was van deze laatstgenoemde studie - haar richtlijnen volledig evidence-based maakt en zich distantieert van deze kwakzalverij.

Lees ook