De Béres-druppels zijn in 1978 op de markt gebracht door de Hongaarse landbouwchemicus József Béres (1920-2006). Deze had in 1975 al problemen met de overheid gehad wegens charlatanisme. De inspiratie voor Béres was de toename van kanker, gelijktijdig met het gebruik van kunstmest. Hij dacht dat door al die kunstmest in plaats van natuurlijke mest het menselijk dieet niet meer genoeg mineralen bevatte.

In 1979 werden de Béres Tropfen in het Duitse blad Neue Revue als wondermiddel tegen kanker aangeprezen. Het eerste waar de VtdK mee begon na de crisis van 1976-1979 was een onderzoek van Béres-druppels. Tegenwoordig wordt de Béres-druppels aangeprezen als versterking van het immuunsysteem en ondersteuning voor kanker- en hiv-patiënten, en meer specifiek bij aambeien, aften, algehele uitputting, artritis, astma, bijwerkingen van bestraling en chemotherapie, bloedarmoede, diabetes, diarree, epilepsie, hoge bloeddruk, gebrek aan eetlust, langdurige hoofdpijn, indigestie, jicht, menstruatieproblemen, migraine, misselijkheid, multiple sclerose, ontwikkelingsstoornissen bij kinderen, overgangsproblemen, pemphigus, reuma, slapeloosheid, spierziekten, vaatvernauwing, vrouwenziekten, zweren. Een dergelijk breed toepassingsgebied is een krachtige aanwijzing dat het om kwakzalverij gaat.

In 1979 luisterde een Duitse farmacoloog op een congres in Keulen naar een voordracht van Béres, en hoorde hem verkondigen hoe hij aardappelvirussen had weten te isoleren en door de microscoop gezien had dat met een speciale kleuring de mannelijke virussen blauw werden en de vrouwelijke rood. Virussen zijn echter veel te klein om door een microscoop te zien, en ze worden niet in mannelijk en vrouwelijk onderscheiden. De rest van de voordracht van Béres was gevuld met soortgelijke onzin.

Er is wel onderzoek gedaan naar de Béres-druppels (allemaal in Boedapest, deels door Béres zelf), maar allemaal in celculturen (bloed in reageerbuisjes) en met dieren (enkele dozijnen muizen). Er is geen onderzoek bij mensen gedaan, ook niet in Hongarije, waar dat in al die dertig jaar toch niet zo lastig zou zijn geweest. Gelet op de samenstelling is het ongevaarlijk en onwerkzaam. Het natriumedetaat (dus EDTA, een chelatiemiddel) zorgt er waarschijnlijk voor dat de sporenelementen helemaal niet opgenomen worden. De essentie van chelatiemiddelen is immers dat ze metaal-ionen binden. Chelatiemiddelen worden niet door de ingewanden opgenomen, daarom moeten ze bij chelatietherapie via infusen worden toegediend.

Het bedrijf van Béres is voortgezet door zijn zoon, József Béres jr. De Béres-druppels zijn in Hongarije makkelijk verkrijgbaar als supplement, er is echter geen toelating als geneesmiddel. Béres-druppels worden buiten Hongarije via internet verkocht in flesjes van 30 ml voor bedragen vanaf circa 20 euro, maar in Turkije schijnen ze 80 euro op de zwarte markt te doen, en in Nederland zijn er aanbiedingen van 40 euro per flesje.

Meer informatie over Béres-druppels vindt men op de site van Esowatch en op die van de Schloß-Apotheke Düsseldorf.

De samenstelling van de vloeistof is:
IJzersulfaat 2 g/l
Zinksulfaat 1,14 g/l
Magnesiumsulfaat 0,4 g/l
Mangaansulfaat 0,31 g/l,
Ammoniummolybdenaat 0,19 g/l
Kopersulfaat 0,25 g/l
Ammoniummetavanadaat 0,12 g/l
Nikkelsulfaat 0,11 g/l
Boorzuur 0,1 g/l
Natriumfluoride 0,09 g/l
Kopaltchloride 0,025 g/l

Hulpstoffen:
ascorbinezuur, barnsteenzuur, wijnsteenzuur, natriumtartraat, glycine, natriumedetaat, glycerine, zwavelzuur, water.