Juryrapport (12e) Meester Kackadorisprijs 2014

Het juryrapport zoals uitgesproken door mr. Th.J. Douma voorafgaand aan het symposium van de Vereniging tegen de Kwakzalverij op zaterdag 4 oktober 2014.
Door: Bestuur VtdK | Geplaatst: 9 okt 2014 | Laatste Wijziging: 16 aug 2016

Dames en heren,

Ondanks het geroep van alternatieve artsen in ons land kan de jury met enige tevredenheid en zelfs nationale trots vaststellen, dat er van penetratie van alternatieve of – erger nog – integratieve geneeswijzen in de Nederlandse ziekenhuiswereld nauwelijks sprake is. Als er dan toch weer ergens een specialist gevonden wordt die binnen de ziekenhuismuren gelegenheid krijgt zijn kwakzalverij te beoefenen, dan is dat eigenlijk meteen al voldoende voor een nominatie. De geringe uitstraling en beperkte regio waarin e.e.a. zich afspeelt voorkomt natuurlijk een hoge plek op de ranglijst. Maar het Vlietlandziekenhuis in Schiedam met zijn acupunctuur, bioresonantie en hypnotherapie werd volkomen terecht genomineerd. Medio september meldde het ziekenhuis dat het geen acupunctuur meer bood, maar de bioresonantie prijkte nog wel op hun site.

Pauw en Witteman werden genomineerd voor het vrijwel kritiekloos heel lang aan het woord laten van Wim Hof, de ‘iceman’, die in bassins met ijs kan zitten, in wakken zwemt, half naakt de Kilimanjaro beklimt en in Polen bij zeer lage temperaturen de bergen daar oploopt en beweert dat je geest je lichaam niet alleen kan beïnvloeden maar ook kan beter maken. Zelfs bij ongeneeslijke ziekten als MS en kanker. Hof werd in die uitzending omringd door hele en halve bewonderaars, onder wie een arts van het Amsterdamse AMC. Ook Wubbo Ockels heeft zich in zijn doodsangst laten imponeren door de mediagenieke kwakzalver. Van een rage is gelukkig geen sprake, maar als Ockels zich een oor liet aannaaien door Hof, dan zijn er ongetwijfeld meer patiënten die zich zelf kwellen in de hoop op een gunstig effect.

Het CPION (Centrum Postinitieel Onderwijs Nederland) is een organisatie die opleidingen accrediteert. Het maakt bij zijn cursussen ‘medische basiskennis’ gebruik van door PLATO geformuleerde criteria. CPION heeft inmiddels aan 17 opleidingen in ‘medische basiskennis’ haar goedkeuring geschonken. Dat maakt de kwakzalvers, die daar geslaagd zijn, kandidaat voor betaling vanuit de aanvullende verzekeringen van de vijf grote zorgverzekeraars, die om deze reden vorig jaar de Meester Kackadorisprijs in de wacht sleepten. CPION verdient natuurlijk aan deze activiteit, zij reageert op een beleidskeuze van de zorgverzekeraars en voelt zich gedekt door PLATO, immers gelieerd aan een heuse universiteit (Leiden). Deze verzachtende omstandigheden maken dat CPION de hoofdprijs vandaag niet zal krijgen.

Vita opleidingen te Zeewolde is een van de zeventien instellingen die alternatieve behandelaars opleiden in ‘medische basiskennis’ en die CPION-geaccrediteerd zijn. Ook de andere zestien opleidingen zouden stuk voor stuk in aanmerking kunnen komen voor een nominatie, maar Vita Opleidingen is geselecteerd omdat zij, meer nog dan de anderen alternatieve genezers als opleiders heeft! De uit het artsenregister geschrapte Dankmeijer, die berucht is vanwege zijn aandeel in het tragische ziektebeloop van Millecam en die zich op de Vita-site nota bene nog als internist liet betitelen, doceert bij Vita,  evenals de biochemicus Kamsteeg (klinisch ecoloog en uitvinder van de non-disease HPU) en de natuurgeneeskundig arts Koolsbergen, zij aan zij met iriscopisten, orthomoleculaire diëtisten en beoefenaren van Indiase en Chinese geneeskunst. De kans dat de cursisten enige kritische zin wordt bijgebracht, lijkt nihil. Met rugdekking van het CPION zijn deze opleidingen natuurlijk trots op hun afstuderende genezers, die nu op een geregeld inkomen vanuit de aanvullende zorgverzekeringen kunnen gaan rekenen.

U zult zich met de jury wel eens afgevraagd hebben, waar toch al die orthomanueel artsen zijn gebleven, waarvan de meerderheid nog door Sickesz zelf is opgeleid in het nog altijd goed werkende meester-gezel opleidingsmodel. Welnu, maar liefst veertien van hen zijn verbonden aan de Rugpoli, een stichting met vestigingen in Delden, Tilburg en Velp. Zij zijn daar de baas in een multidisciplinair team waarvan ook  neurologen,  anesthesiologen,  radiologen en ‘mechanische consulenten’ deel uitmaken. Leugenachtig is hun bewering dat zij beginnen met het ‘corrigeren van de wervelkolom met een zachte manipulerende beweging direct op de wervel die niet in lijn staat’ (dat is de methode-Sickesz). Wervels van plaats doen veranderen met een zachte beweging is absoluut onmogelijk en deze bewering herbevestigt de reputatie van orthomanueel artsen als  kwakzalvers. Mocht u vinden dat de jury hier te ver gaat, dan herinner ik u aan het feit dat deze kwalificatie in het geval van hun erelid en opleidster Sickesz zelfs tot bij de Hoge Raad is geaccepteerd.  

Het Nationale Ballet en in het bijzonder zijn medisch coordinator Marleen Grol hebben het ongenoegen van de jury opgewekt na een serie tv-uitzendingen. In een daarvan  was te zien hoe fysiotherapeut/manueeltherapeut John ten Kulve op ruwe wijze de nek kraakt van sterdanseres Igone de Jongh. In een vervolguitzending is te zien hoe een andere danseres haar heil zoekt bij een Chinese acupuncturiste in witte jas, die nauwelijks Nederlands sprak en die feilloos naalden aanbracht op een groot aantal acupunctuurpunten. Acupunctuur is flauwekul, en manuele therapie is ten hoogste nutteloos, en in het geval van manipulatie van de nek zelfs riskant: herseninfarcten kunnen het gevolg zijn. Er zijn aan het Nationaal Ballet geen medici verbonden en dat heeft er toe geleid dat er onder leiding van Grol en vast staflid Ten Kulve een curieus pseudomedisch subcultuurtje is ontstaan, dat door niemand wordt gecorrigeerd.

Er resteren nog twee nominaties. Beide kandidaten vervullen topfuncties in de wetenschappelijke wereld en hebben op die wijze ook veel invloed op de medisch-wetenschappelijke ontwikkelingen in ons land. Beiden kunnen niet bogen op een medische opleiding of op medische kennis. Hun nominatie onderstreept het gevaar dat de benoeming van niet-medici op gebieden met aanzienlijke raakvlakken met de geneeskunde met zich meebrengt.

Elmer Sterken, monetair econoom, is rector magnificus van de Groningse universiteit. In die laatste hoedanigheid behoort hij toe te zien op de kwaliteit van het doctoraat aan zijn instelling. Te vaak komen in ons land proefschriften en promovendi in opspraak wegens fraude, plagiaat of door het onderzoek van absurditeiten. Dat laatste leek zich te gaan voordoen in zijn eigen instelling, toen bekend werd dat de aan GGZ-Lentis verbonden psychiater Rogier Hoenders voorjaar 2014 zou gaan promoveren. De VtdK vreesde dat dit proefschrift onder de maat zou zijn en die vrees bleek terecht. De VtdK vroeg een herbeoordeling aan en een invulling van de leescommissie met strikt reguliere wetenschappers. Menig rector zou blij en dankbaar zijn als hij tijdig wordt geattendeerd op een mogelijke ongeschiktheid van een proefschrift, maar zo niet Elmer Sterken. Binnen twee dagen beweerde hij dat alles in orde was, alle kwaktijdschriften waarin Hoenders had gepubliceerd waren heus peer reviewed, en de VtdK mocht een lid in de commissie benoemen. Voor die eer werd feestelijk bedankt.

Alleen omdat er een nog sterker kandidaat is ontgaat de Groningse rector de Meester Kackadorisprijs 2014. Deze gaat namelijk naar Pauline Meurs, sinds 2007 voorzitter van ZonMW, hoogleraar bestuur van de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en recent aangetreden als voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg.

Het zelfstandige bestuursorgaan ZonMW werkt in opdracht van het ministerie van VWS en de NWO en verdeelt jaarlijks tientallen miljoenen belastinggelden voor onderzoek in de zorg. Pauline Meurs ontvangt de prijs wegens haar lankmoedig optreden tegen de ZonMW-directie, als die blijk geeft van pro-alternatieve sympathieën. Om die reden ontving het instituut in 2006 al eens de Meester Kackadorisprijs. ZonMw lijkt niets geleerd te hebben van deze kritiek, want zij liet daarna met de regelmaat van de klok pro-alternatieve geluiden horen. Dit voorjaar  werd opnieuw belastinggeld verkwist doordat ZonMw een rapport liet schrijven getiteld: Signalement Ontwikkeling en implementatie van evidence-based complementaire zorg. Aan het rapport werd uitsluitend meegewerkt door een aantal notoire pro-alternatief denkende figuren, terwijl ook de paranormaal genezeres Martine Busch bijdroeg. Het resultaat liet zich voorspellen en inderdaad bevat het Signalement talloze onjuistheden, het laat een schrijnend gebrek aan kennis zien en heeft een unverfroren pro-alternatieve basishouding.  Zelfs als HBO-scriptie zou dit rapport een zware onvoldoende krijgen. De zeer eenzijdige selectie van geraadpleegde literatuur alleen al is zeer verwijtbaar. Het rapport eindigt als volgt: “In dit signalement wordt aanbevolen om te investeren in goed onderzoek. Niet als doel op zich, maar om breed inzicht te krijgen in de evidence voor complementaire zorg”. De commissie zag over het hoofd dat aan dergelijk onderzoek in binnen- en buitenland  al honderden miljoenen euro’s en dollars besteed zijn en dat er nooit iets uit gekomen is. Voor aanvragen bij ZonMW is bovendien vereist dat de onderzoekers laten zien wat er al bekend is over het onderwerp waarvoor subsidie wordt aangevraagd. In het rapport wordt geen overzicht gegeven van wat al is onderzocht en wat niet en toch wordt er een oproep tot onderzoek gedaan. Dat is natuurlijk meten met twee maten!

Het valt prof. Pauline Meurs in haar kwaliteit als voorzitter van ZonMW zeer aan te rekenen dat zij de geldverkwistende hersenspinsels van de recidiverende directie niet heeft weten te beteugelen.  De jury vindt het uiterst zorgelijk dat iemand, die door de politiek meermaals op centrale posities in de gezondheidszorg is benoemd, tegelijkertijd gespeend blijkt van enig kritisch vermogen voor zover het de pretenties van het alternatieve veld betreft. Intensieve bijscholing op dit punt acht de jury dringend gewenst. Mag ik mevrouw Meurs verzoeken naar voren te komen voor het in ontvangst nemen van diploma en trofee?

Amsterdam, 4 oktober 2014

De jury bestaat uit mr. Th.J. Douma, dr. C.N.M. Renckens en prof.dr. F.S.A.M. van Dam.

Lees ook